Het gregoriaans koor Paratum Cor |
|
|
|
|
|
|
|
Het parochiaal koor Sint-Baafs werd gesticht in 1942 door de toenmalige onderpastoor E. H. Gustaaf Goethals. Hij was een zeer bekwaam musicus en als proost van het parochiaal patronaat rekruteerde hij een 15-tal jongeren (18-24 jaar) voor het parochiekoor.
De Heer Emile Jacquier werd aangesteld als koorleider-dirigent. Emile Jacquier, geboren Brusselaar, was een uitzonderlijk begaafde musicus. Hij behaalde als tenor de prijs van uitmuntendheid met de grootste onderscheiding en de gelukwensen van de jury, de medaille van het Provinciebestuur van Brussel en was tot 1935 kapelmeester van de Sint-Alenakerk te Sint-Gillis-Brussel. Hij was dirigent van koren en symfonieorkesten in het Brusselse, solist en medewerker van het N.I.R, van de "Société Philharmonique" te Brussel, van het dubbel vokaal-kwartet bij het N.I.R. en van "Pro Musica Antiqua". Hij componeerde verscheidene koralen en symfonische werken. Zijn oratorium "Saint-Sébastien" werd herhaalde malen met groot succes opgevoerd. Naar Gent overgekomen in 1935 werd hij door E. H. Henri Van Laere, stichter-dirigent van de Schola Cantorum van de Sint-Baafskathedraal, aangezocht om als zanger en als repetitor toe te treden tot het kathedraalkoor.
Het koor had als opdracht de zondagse parochiale hoogmis met gregoriaanse gezangen op te luisteren. Op 15 augustus 1942 had de eerste uitvoering plaats in de kathedraal. Naast het gregoriaans werden meerstemmige missen en motetten ingestudeerd en uitgevoerd tijdens de eucharistievieringen. Tijdens de vakantieperiodes van de seminaristen werd het koor gevraagd om, naast de hoogmis, ook de kapittel-koordienst te verzorgen. Later werd het een definitieve opdracht.
Onder de bekwame leiding van de heer Jacquier groeide het koor uit tot één van de beste parochiekoren. Naast de godsdienstige parochiale prestaties onderscheidde het koor zich in kunstconcerten, plechtigheden, interparochiale en provinciale toernooien. Te vermelden:
De heer Emile Jacquier overleed op 3 januari 1963. Naast zijn muzikale talenten werd hij zeer gewaardeerd als de vriendelijke, gemoedelijke, wilskrachtige, eenvoudige, "in-goede" mens en kunstenaar.
De oudste en begaafdste koorzanger Arthur Steenbrugge nam de taak als dirigent over en leidde het koor tot 31 december 1979. Hij werd opgevolgd door E. H. Jacques De Mey, laureaat van het Lemmensinstituut en mede-titularis-organist van de kathedraal. De heer Paul Ascoop, eveneens laureaat van het Lemmensinstituut, werd de volgende koorleider, en dit tot Palmzondag 8 april 1990. De heer Paul De Wilde was de laatste dirigent van het parochiekoor van Sint-Baafs en dirigeerde van 13 mei 1990 tot 1993.
Onder impuls van Jacques De Mey werden ook dames in het koor opgenomen, om het koor een meer familiaal karakter te geven. Dit kon echter niet beletten dat na het vertrek van Arthur Steenbrugge het koor begon uit te dunnen. Toen ook dirigent Paul De Wilde te kennen gaf dat hij er mee wilde ophouden, was er duidelijk nood aan nieuwe zangers en een nieuwe dirigent.
Rond 1969 of 1970, ten tijde van pastoor Aps, werd op initiatief van Gaston Standaert een gregoriaans mannelijk parochiekoor gesticht voor de Sint-Pauluskerk in Gent.
Het koor verzorgde elke zondag trouw de gregoriaanse hoogmis om 9h30. Hoewel het repertoire van het koor in principe volledig gregoriaans was, werd er uitzonderlijk, bij bijzondere gelegenheden, zoals op Kerstnacht, ook wat polyfonie gebracht. Dit was dan dikwijls in samenwerking met het andere, gemengde, koor van de parochie.
De dirigent, Gaston Standaert, leidde toen "zijn" koor met gezag, maar met veel liefde. De oudere koorleden zullen zich nog de heroïsche tijden uit de jaren 1970 en begin van de jaren 1980 herinneren. Het koor bestond toen nog uit leden die opgegroeid waren in de gregoriaanse traditie, en die als het ware vergroeid waren met het gregoriaans. Improvisatie was toen nog de regel. Zo gebeurde het wel eens dat de dirigent plots tijdens de mis besliste om een andere communio te zingen dan die die gerepeteerd was, omdat die beter paste bij de lezingen. Dat zoiets toch onverwachte gevolgen kon hebben, blijkt uit de volgende anekdote.
Toen het graduale "Christus factus est" eens gezongen werd, was er eerst afgesproken om enkel het responsorium te zingen. Tijdens de uitvoering zelf echter was de dirigent zo enthousiast dat hij besloot om ook het vers te laten zingen. Echter, aan de organist had men gezegd dat enkel het responsorium zou gezongen worden, en die had de toon vrij hoog opgegeven, wetende dat het responsorium "re" als hoogste noot heeft. Het vers gaat echter tot de hoge sol, met het resultaat dat geen enkele zanger er nog aan kon.
Een andere anekdote deed zich voor op een goede Paasmaandag, toen slechts 3 zangers aanwezig waren, en op het einde van de mis nog beslist werd om het Regina Cæli te zingen. Zonder goed af te spreken welke versie er zou gezongen worden, bleek het de plechtige versie te worden, met een vrij ingewikkelde melodie. De zangers hadden de partituren niet bij, maar elkeen dacht dat de andere twee de melodie wel helemaal uit het hoofd kenden, maar dat bleek niet het geval...
Het koor bestond al die tijd uit een 12-tal mannelijke zangers. Het grootste wapenfeit uit die periode was de radiomis van 23 mei 1982, ter gelegenheid van de viering van 50 jaar Sint-Pauluskerk. Om het koor te kunnen aankondigen op de radio moest het koor een naam hebben. Tot dan toe had het koor nog geen naam. Er werd toen de naam "Paratum Cor" gekozen, naar het alleluia met dezelfde tekst.
In de tweede helft van de jaren 1980 had het koor het wat moeilijker. De oprichter en bezieler van het koor, Gaston Standaert, moest om gezondheidsredenen in 1987 de fakkel doorgeven aan Broeder Richard Tijink. Een deel van de clerus van de parochie was het gregoriaans minder gunstig gezind. Er werden pogingen ondernomen om het gregoriaanse gehalte van de mis en het repertoire in te krimpen. Vooral het graduale werd daarbij geviseerd. Er werden eveneens pogingen ondernomen om het gregoriaans koor te laten samengaan met het gemengd koor. Het mag een wonder heten dat het koor al die tijd heeft standgehouden, en nooit gewankeld heeft. Sleutel daarbij waren dat de koorzangers gregorianisten pur-sang waren, en dat erover gewaakt werd dat het repertoire zich strikt beperkte tot gregoriaans (met enkel een paar eenvoudige acclamaties als uitzondering), wat de motivatie bij de koorleden hoog hield, en dat de hoogmis doorheen heel die troebele periode steeds elke zondag verzorgd werd, wat de discipline bij de koorleden bevorderde.
Het tij leek te zullen keren met de aanstelling van Michel De Beer als pastoor-deken in augustus 1992. Echter, al spoedig bleek er nog een zwaardere dreiging boven het hoofd van het koor te hangen. Het aanbod aan missen in de Sint-Pauluskerk was in 1992 heel gevarieerd. De zaterdagavondmis werd verzorgd door het gemengd koor met polyfonie en gezangen uit "Zingt Jubilate", de 9 uur-mis was de ingetogen gelezen mis, de 10 uur-mis was de gregoriaanse hoogmis, en de mis van 11h30 was de jongerenmis. Echter, vanuit het bisdom werden richtlijnen gegeven om het aanbod aan missen te rationaliseren. Eerst werd gedacht om het aantal missen tot twee te herleiden, maar na een paar experimenten, met onder andere een mis waarin alle parochiekoren samen optraden, bleek dat niet haalbaar. Op 1 maart 1993 werd een grote volksvergadering georganiseerd, waar, na hevige discussies, uiteindelijk beslist werd de gregoriaanse hoogmis in de Sint-Pauluskerk af te schaffen, terwijl de drie andere missen zouden blijven bestaan. De laatste mis verzorgd door het koor Paratum Cor in de Sint-Pauluskerk was op Paasdag 11 april 1993. Het koor werd toen op het einde van de mis met een ovatie door alle aanwezigen bedankt, een heel ontroerend moment voor de koorleden, waarvan velen reeds meer dan 10 jaar trouw elke zondag paraat gestaan hadden.
Tegen april 1993 hadden beide koren dus nood aan vernieuwing, dat van Sint-Baafs had nood aan nieuwe leden en een nieuwe dirigent, dat van Sint-Paulus had nood aan een nieuwe locatie. Het is de pastoor-deken van Sint-Paulus, Michel De Beer, die toen de beide koren elkaar hebben doen vinden. Er werd een vergadering belegd met de verantwoordelijken van beide koren, en vanaf 2 mei 1993 zong het nieuwe gefusioneerde koor in de Sint-Baafskathedraal. Het nieuwe koor had de naam en de dirigent van het koor van Sint-Paulus geërfd en de locatie, en het gemengd-zijn van het koor van Sint-Baafs.
Gedurende drie jaar heeft het koor Paratum Cor de zondagochtendmis van 9h30 in de Sint-Baafskathedraal met gregoriaanse zang opgeluisterd. Toen de pontificale hoogmis verplaatst werd van 9h30 naar 11h, verzorgde Paratum Cor eveneens de hoogmis van 9h30 op feestdagen.
Na drie jaar kwam er opnieuw een herschikking van de missen. De drie toenmalige parochies Sint-Michiels, Sint-Niklaas en Sint-Baafs fuseerden, en het aantal missen werd opnieuw ingeperkt. En opnieuw was het de mis van Paratum Cor die sneuvelde. In de kathedraal zou alleen de mis van 11 uur overblijven. Deze keer gebeurde de overgang echter veel vlotter. De Sint-Niklaaskerk had nood aan een koor om de mis van 9 uur te verzorgen. Om het de koorleden van Paratum Cor (waarvan sommige van vrij ver komen) wat gemakkelijker te maken, werd de mis in de Sint-Niklaaskerk naar 9h30 verplaatst. Toch wenste men in de Sint-Baafskathedraal het koor Paratum Cor niet volledig te verliezen, en daarom zingt het koor eenmaal per maand, op de tweede zondag van de maand, in de Sint-Baafskathedraal.
Om gezondheidsredenen, moest Br. Richard Tijink, de dirigent van Paratum Cor, meer en meer verstek geven, en na een reeks interims als dirigent, nam Thierry Pauwels rond 2002 definitief het dirigentschap over. Vanaf dan werd gepoogd om de interpretatie van het gregoriaans geleidelijk aan aan te passen aan de huidige bevindingen, en het gregoriaans zoveel mogelijk op een semiologisch verantwoorde manier te brengen. Dat gaat echter niet zonder slag of stoot, want de koorleden waren de oude manier van zingen gewend, en een veranderde interpretatie vergt bijkomende oefeningen, en dat mag niet ten koste gaan van de muzikale kwaliteit of de omvang van het repertoire.
Sedert ongeveer 2001 wordt het koor een drietal malen per
jaar gevraagd om een radiomis te verzorgen. Om in overeenstemming te zijn met
de programmering van Radio 1 werd de mis in de Sint-Niklaaskerk van 9h30 naar
10h verplaatst. Zodoende kunnen deze radiomissen plaats hebben in het kader
van het gewone programma van de wekelijkse eucharistieviering om 10 uur in de
Sint-Niklaaskerk.
Een van de jongste koorleden, Mira Henrike Sievert, geeft af
en toe een bijzonder cachet aan de gregoriaanse zang, door die te begeleiden met
sacrale dans. Een eerste maal gebeurde dit op 15 augustus 2010. Op de
grondlaag van haar opleiding in klassieke Indische dans en Rudolf von Laban's
bewegingsharmonie ("Choreutik") ontstaan fijne sacrale dansen, die de dynamische
nuances van de gregoriaanse muziek zichtbaar maken door harmonische bewegingen
van het lichaam.
In Laban's ruimteharmonie wordt de structuur van het
menselijk lichaam in relatie gezien tot de geometrische architectuur van de
ruimte. Dansend in de lichtvolle architectonische ruimte van de
Sint-Niklaaskerk beleeft en belichaamt de sacrale danseres de harmonie tussen
het lichaam en de logische orde van de "kosmische" ruimte die afgebeeld is in de
architectuur van de gotische kerk. Haar opgericht lichaam, rechtstaande, haar
ogen gericht "naar de hemel", ademen de verticaliteit uit van de gotische
pilaren.
Haar speelse Mariakleed uit witte kant met roze rozen glanst
in het licht van het wit-grijze interieur in Scheldegotiek. Haar dans
ontwikkelt zich in vloeiende cirkels en spiralen op de fijne dynamische
bewegingen van de gregoriaanse melodieën. Ze begint te dansen met de
eerste noot en ze eindigt in stilte op de laatste noot met een buiging voor de
Allerhoogste. Foto's: Walter De Bock
Het combineren van heel traditionele gregoriaanse zang met
een danstraditie met wortels uit een andere cultuur was een heel gewaagd, maar
geslaagd experiment, dat voor herhaling vatbaar is.
Een eerste hoogtepunt was de inwijding van het nieuwe altaar
door Mgr. Luysterman op 7 september 2003.
Een tweede hoogtepunt was de inwijding op 5 december 2006
van het nieuwe Flentrop-orgel in het koor van de Sint-Niklaaskerk. De
Sint-Niklaaskerk, dat tot dan toe alleen beschikte over een klein elektronisch
koororgel, kan nu beschikken over een volwaardig orgel. Het beroemde
Cavaillé-Coll orgel in de benedenkerk is wel reeds "uitgepakt", maar
wacht nog steeds op restauratie, en zal, naar wij vernomen hebben, niet voor de liturgie
gebruikt worden: het bevindt zich immers te ver van het koor.
Een derde hoogtepunt was de plechtige eucharistieviering op
zondag 28 november 2010 t.g.v. de openstelling van de benedenkerk, na 50 jaar
restauratiewerken. Deze viering werd voorgegaan door Mgr. Van Looy, en muzikaal
begeleid door het koor Paratum Cor, met de misgezangen van de eerste zondag van
de advent. Daarna volgde een bezoek aan de opengestelde benedenkerk. Foto's:
Luc Serneels.
Sacrale dans
Hoogtepunten